Oproep aan bestuurders en politici: investeer nu in de fundamenten van een inclusieve arbeidsmarkt
De arbeidsmarkt verandert ingrijpend. Terwijl de personeelstekorten oplopen in zorg, techniek, onderwijs en veiligheid, groeit tegelijkertijd de groep mensen die buitenspel staat. Mensen met een beperking, oudere werkzoekenden, jongeren zonder startkwalificatie of statushouders met buitenlandse diploma’s: hun potentieel blijft te vaak onbenut. Dit is niet alleen sociaal onwenselijk – het is bestuurlijk onverantwoord.

Marciano Daans is een kritisch bestuurskundige en procesmanager gespecialiseerd in besluitvormingsprocessen, instituties en samenlevingsvraagstukken. Als directeur van De Hofnar Present begeleidt hij verandertrajecten en helpt beleidsmakers inzicht te krijgen in hun informele rol en houding bij besluitvorming. Met zijn ervaring in complexe transitieprocessen benadrukt hij het belang van continue reflectie en adaptie binnen een netwerksamenleving om effectief beleid en inclusieve besluitvorming te realiseren.
“De problemen zijn te groot geworden om mensen nog uit te sluiten. Als overheid moeten we erkennen dat we de luxe van uitsluiting niet meer hebben.”
In het licht van de demografische druk, de energietransitie en de toenemende maatschappelijke spanningen, is de opdracht voor politiek en bestuur helder: zorg voor een toekomstbestendige arbeidsmarkt waarin iedereen meedoet. Dat vraagt om meer dan retoriek over gelijke kansen. Het vraagt om bestuurlijke keuzes, investeringen en systemische verandering.
Inclusief vakmanschap als beleidsinstrument
Het Instituut voor Inclusief Vakmanschap werkt aan die systemische verandering, samen met overheden, onderwijsinstellingen, werkgevers en maatschappelijke organisaties. Daarbij staat één uitgangspunt centraal: wie duurzame oplossingen wil, moet investeren in de mensen achter het beleid, het werk en de uitvoering. Niet met losse trajecten, maar met een integrale benadering van leren, leidinggeven en organiseren.
“Wat we nodig hebben is beleidsvorming die niet uitgaat van gemiddelde mensen, maar van de volle breedte van de samenleving. En dat begint bij het versterken van de vakbekwaamheid van professionals, leidinggevenden en bestuurders om inclusie concreet vorm te geven.”
Het instituut biedt modules en begeleidingstrajecten die direct aansluiten op urgente beleidsopgaven zoals:
- arbeidsparticipatie en re-integratie,
- tegengaan van institutionele uitsluiting,
- omgaan met diversiteit in de uitvoering,
- depolarisatie binnen teams en gemeenschappen.
Via impactmetingen en praktijkgerichte begeleiding worden beleid en uitvoering beter op elkaar afgestemd – met zichtbare en meetbare resultaten.
Politieke samenwerking voorbij partijgrenzen
De huidige politieke fragmentatie maakt het lastig om gezamenlijke langetermijnstrategieën te ontwikkelen. Toch is dat precies wat deze tijd vraagt. Partijen die zich bezighouden met onderwijs, arbeid, zorg of sociale zekerheid, kunnen het zich niet veroorloven om inclusie als neventhema te behandelen.
“We moeten voorbij de klassieke tegenstelling van links en rechts. De vraag is niet: voor wie ben je? De vraag is: wie laat je achter? Inclusief vakmanschap betekent dat je die vraag durft te stellen – en ernaar handelt.”
Daarom roept het Instituut politieke partijen en bestuurders op om inclusief vakmanschap te verankeren in:
- het regeerakkoord,
- gemeentelijke uitvoeringsprogramma’s,
- beleid op het gebied van arbeid, onderwijs, zorg en veiligheid,
- inkoop- en aanbestedingsbeleid van (semi-)overheden.
Bestuurders spelen hierin een sleutelrol. Zij kunnen sturen op randvoorwaarden, opdrachtgeverschap, ambtelijke ontwikkeling en samenwerking met het maatschappelijk middenveld.
De overheid als voorbeeldwerkgever en -organisator
De overheid is niet alleen regelgever, maar ook zelf een van de grootste werkgevers van Nederland. Wat zij vraagt van anderen, moet zij ook zelf waarmaken.
“Als overheid moeten we laten zien dat inclusief vakmanschap geen abstract ideaal is, maar een bestuurlijke vaardigheid. Het betekent dat je als organisatie structureel ruimte maakt voor verschil – en voor ontmoeting.”
Dat vergt ook iets van leiderschap. Van colleges van B&W, Gedeputeerde Staten en departementen. Van ambtelijke topstructuren. En van politieke partijen die inclusie in verkiezingsprogramma’s opnemen, maar deze nog te weinig vertalen naar praktische instrumenten in de uitvoering.
Tot slot: geen tijd meer te verliezen
De grote transities van deze tijd vragen om een nieuwe bestuurscultuur – één waarin menselijkheid, maatwerk en verbinding centraal staan. Daarvoor is inclusief vakmanschap geen luxe, maar een randvoorwaarde. Voor wie nu bestuurlijke verantwoordelijkheid draagt, is dit hét moment om te investeren.
“We kunnen het ons niet permitteren om stil te vallen. Niet door een tekort aan mensen, maar door een tekort aan visie en verbinding. Wie bestuurlijke veerkracht wil, begint met inclusief vakmanschap.”