Nieuws & Achtergronden

Inclusief Vakmanschap: Balanceren tussen Kaders en Ruimte

Inclusief vakmanschap balanceert tussen structuur en flexibiliteit. Kaders zijn nodig, maar mogen inclusie niet belemmeren. Dit vraagt om voortdurende reflectie en actie: talent herkennen, groei faciliteren en samenwerken. Inclusie is geen statisch doel, maar een dynamisch proces waarin organisaties continu hun aanpak heroverwegen om divers talent écht ruimte te geven.

Categorie: Nieuws

Gerelateerd aan de modules:
A. Inclusief Vakmanschap

Tags: samenwerking | talentontwikkeling | vakmanschap
Gepubliceerd op 23 februari 2025 door Redactie

Inclusief Vakmanschap: Balanceren tussen Kaders en Ruimte


Inclusief vakmanschap lijkt op het eerste gezicht een tegenstrijdigheid. Enerzijds draait inclusie om openheid, het erkennen van divers talent en het doorbreken van barrières. Anderzijds is het werken binnen organisaties, beleid en wetgeving niet grenzeloos – er zijn altijd kaders nodig. Hoe zorg je ervoor dat deze kaders niet juist belemmerend werken voor inclusie?

Marciano Daans

Marciano Daans is een kritisch bestuurskundige en procesmanager gespecialiseerd in besluitvormingsprocessen, instituties en samenlevingsvraagstukken. Als directeur van De Hofnar Present begeleidt hij verandertrajecten en helpt beleidsmakers inzicht te krijgen in hun informele rol en houding bij besluitvorming. Met zijn ervaring in complexe transitieprocessen benadrukt hij het belang van continue reflectie en adaptie binnen een netwerksamenleving om effectief beleid en inclusieve besluitvorming te realiseren.

“Inclusief vakmanschap heeft toch wel iets van een paradox. Want om tot inclusie te komen, moet je ook werken met kaders. En de vraag is: hoe rekbaar zijn die kaders? Het gaat erom dat we niet uitsluiting als uitgangspunt nemen, maar juist het includeren van talent, vakmanschap en leiderschap.”

Inclusief vakmanschap is dus geen statisch begrip, maar een dynamisch proces dat zich telkens aanpast aan de veranderende realiteit.

Inclusie als een levend vakgebied

Wat we vandaag als inclusief beschouwen, kan morgen alweer verouderd zijn. Wetgeving verandert, organisaties ontwikkelen zich en maatschappelijke vraagstukken verschuiven. Daarom is het belangrijk dat professionals en organisaties zich blijven afvragen of hun benadering van inclusie nog steeds effectief en relevant is.

“Ik zie inclusief vakmanschap als een modelkompas dat ons helpt om continu opnieuw te bevragen of onze inclusiviteit nog steeds houdbaar is en of die nog steeds passend is bij het tijdperk waarin we leven.”

Deze voortdurende evaluatie vraagt om een flexibele houding. Het betekent dat organisaties niet alleen inclusie moeten nastreven in beleid, maar ook actief moeten monitoren of de manier waarop ze talent aantrekken, ontwikkelen en ondersteunen nog steeds de juiste is.

Inclusief vakmanschap in de praktijk: Ruimte creëren voor talent

Inclusie is pas echt effectief wanneer het leidt tot daadwerkelijke kansen voor divers talent. Dit vraagt niet alleen om bewustwording, maar ook om actie:

  • Herkennen van talent – Inclusief vakmanschap begint bij het zien van de talenten die al aanwezig zijn binnen een organisatie, ongeacht achtergrond, functie of positie.
  • Faciliteren van groei – Het creëren van een omgeving waarin iedereen de kans krijgt om zich te ontwikkelen, zonder structurele of onbewuste belemmeringen.
  • Samenwerken en leren van elkaar – Inclusie betekent niet alleen ruimte geven aan anderen, maar ook openstaan voor nieuwe perspectieven en ervaringen.

Daans benadrukt dat vakmanschap niet alleen gaat over individuele vaardigheden, maar ook over de manier waarop we samenwerken:

“Vakmanschap zit hem in het bevragen van de ruimte die we elkaar bieden om elkaars talent te zien, te herkennen, te faciliteren en te laten groeien. Daarmee worden we niet alleen inclusiever, maar ook effectiever en productiever.”

Inclusie en samenwerking: Leren van elkaars expertise

Een ander essentieel aspect van inclusief vakmanschap is samenwerking. Door krachten te bundelen en verschillende expertises samen te brengen, ontstaat een omgeving waarin inclusie geen losstaand initiatief is, maar een integraal onderdeel van de werkcultuur.

“Met samenwerking absorberen wij ook de expertise van onze samenwerkingspartners en hun netwerk. Daarin gaan we elkaar vinden en daarin gaan we elkaar gunnen en herkennen we de werkelijkheid.”

Dit betekent dat organisaties niet alleen naar binnen moeten kijken, maar ook externe samenwerkingen moeten aangaan om inclusie te versterken. Door kennis en ervaring te delen, kunnen ze blijven leren en zich aanpassen aan nieuwe ontwikkelingen.

Inclusief vakmanschap vraagt om voortdurende reflectie en actie

De paradox van inclusief vakmanschap ligt in de balans tussen structuur en flexibiliteit. Kaders zijn nodig, maar mogen geen obstakel vormen voor inclusie. Daarom is het essentieel om als organisatie en professional continu te reflecteren op de vraag: Zijn onze kaders nog steeds inclusief? Geven we divers talent écht de ruimte?

“Inclusief vakmanschap is voor mij geen theoretisch verhaal. Het is een vaardigheid. Het vraagt om het herkennen van de eigen beperkingen en tegelijkertijd om ruimte blijven bieden aan divers talent, divers leiderschap en diverse expertise.”

Door inclusief vakmanschap niet als einddoel, maar als een voortdurend leerproces te zien, kunnen organisaties daadwerkelijk bijdragen aan een inclusieve en rechtvaardige samenleving. Het vraagt om moed, reflectie en de bereidheid om kaders te heroverwegen, zodat talent in al zijn diversiteit de ruimte krijgt om te groeien.

Wilt u schurende inclusievraagstukken aanpakken met sterk leiderschap en inclusieve teams? Het Instituut voor Inclusief Vakmanschap helpt u verder!

Bijvoorbeeld met trainingen en workshops als: